Antonio.reismee.nl

Terug

Terug.

Als je ergens bent geweest, kun je dan eigenlijk wel terug komen? Ik ben veranderd en Nederland, Utrecht, Kanaleneiland ook. Maar strikt gesproken ben ik terug, veilig en wel. Tijd voor een spannend verhaal.

Juba, 9 juli, één jaar onafhankelijkheid van het jongste land ter wereld. Ik ben erbij. De avond van tevoren nodigt mijn gastheer me uit om wat van zijn vrienden op te zoeken. Ik zeg ja, hij ‘weet je het zeker?' ik ‘waarom niet?' De volgende dag weet ik wel waarom niet. Er wordt veel gedronken en ik vraag om een slaapplekje. Tegen drieën wordt ik wakker van ‘He's my friend man!' - een uitroep waarin iemand voor me opkomt. En dat blijkt nodig, want de komende vierenhalf uur gaan de dronkenmansdiscussies af en toe over mij, over in elkaar slaan, over kogels. Het is spannender dan me lief is want ik kan niet ongezien weg. Dus wacht ik tot de discussies verzachten, wordt ik naar buiten geroepen en kom ik, rustig alsof er niets aan de hand is en mag ik gaan. Van het onafhankelijkheidsfeest maak ik weinig mee.

De vorige twee maanden krijgen nu een andere uitstraling in mijn hoofd. De moord op de veroorzakers van een auto-ongeluk, verhalen over moord voor hekserij en vergiftiging, roofovervallen in de hoofdstad Juba. Het is allemaal echt en ik blijk niet onschendbaar te zijn. Onderweg terug naar mijn stekje op de grens met Oeganda probeert iemand me zonder reden te schoppen en geeft veiligheidspersoneel me een onveiligheidsgevoel. De laatste dag in het Oegandese grensstadje Nimule zie ik een politieman op iemand die op de grond ligt intrappen. Ik vertel het een VN-politietrainer en die is niet verbaasd. Oei.

Dan nu het weer, het frivole en het goede nieuws! Terug in Nederland vertrek ik bijna direct weer voor een erg prettige vakantie, liften en klauteren in de Pyreneeën, altijd doorzetten, heerlijk!! Ook Bretagne en de Duitse Eifel worden met vrienden Marten en Teus met een bezoekje vereerd. En dan Nederland, waar nog steeds het dorpje Herkingen ligt met familie en kennissen, Utrecht met haar buren, voetbalvrienden, de kerkfamilie in Kanaleneiland - teveel om op te noemen. Wat me verbaasd - en dat wordt al weer minder - is het eten, de supermarkten, de auto's bomvol met vakantiespullen zodat ik er niet meer bij pas, en toch nog retoriek over de hardwerkende Nederlander. Vreemd, maar het leven is een beetje vreemd.

Wat neem ik mee uit Zuid-Soedan? Ze hebben daar al zo weinig, iets meenemen zou niet fair zijn;) Maar toch: wat suikerriet, een handgemaakt T-shirt, een ondernemingsplannetje en een grotere wereld in mijn hoofd. Vrienden voor het leven voor even. Een grotere zin om wat met ontwikkelingswerk te gaan doen, dankbaarheid naar God. En wat verder nu? Scriptie schrijven, boeken lezen, vrienden vieren en banen zoeken of maken, want de banen zijn op. I'm lovin' it! And you too.

Pssst: Foto's kijken? Kom 20 sept naar Marshalllaan twee-één-en-tachtig in Utrecht!

Foto's!!

Geachte vriend(in) of anderszins!

Met grote graagte nodig ik u uit nogmaals een kijkje in Zuid-Soedan te nemen, alwaar vele ervaringen om voorrang strijden verhaalt te worden. Alles vertellen is bij voorbaat net zo onmogelijk als foto's üploaden met Afrikaans internet. Vandaar ditmaal wat ‘foto's in woorden', korte impressies.

Laughing

Kent u het boek Het kruis in de asfaltjungle of heeft u de film ‘The cross and the switchblade' gezien? Ik heb de hoofdpersoon in dit waargebeurde verhaal, David Wilkerson, altijd bewonderd vanwege zijn indrukwekkende goedheid. Hij geeft zijn mooie schoenen weg aan een jeugdbendelid in een grote Amerikaanse stad, wint het vertrouwen van verschillende bendeleden, waardoor ze tot geloof in Jezus komen en drugs en geweld afzweren. Afgelopen week kwam mijn eigen moment suprême: Een kennis zegt dat ik hem ook zulke schoenen moet geven als ik heb (Asics, hele mooie). Ik ben vooral geïrriteerd over zulke onbeschaamdheid. Hum, bedenk ik later, weer een typisch voorbeeldje ideaal en praktijk.

Er wordt van een blanke veel rijkdom verwacht, en soms geëist. Maar niet altijd. Ik logeer een weekend in de pastorie-hut in Nimule, we delen het leven. Als ik gastvrouw Helen op een gegeven moment vraag of het wel goed gaat, deelt ze ook haar pijn. 'Every month when it is my period, I have a lot of pain for some days. There is no money for painkillers.' Na wat doorvragen, blijkt het nog een stuk erger te zijn: 'Als ik zwanger ben, heb ik een probleem. Na drie tot vijf maanden gaat het niet goed. Ik heb zes kinderen verloren.' Helen is 31, ik ben stil.

Achterop een open vrachtauto naar Kampala! Urenlang hobbelen op een onverharde weg, vrezen voor je leven en dat van je medeweggebruikers, corrupte politiemannen die je camera afpakken. Reizen in Afrika met niet genoeg geld op zak. En gered worden door vriend en amicus Eelke met wie het weekend prachtig was! Voor het eerst zie ik gebouwen met meer dan één verdieping, eet ik Hollandse Broodterhammen, geniet ik van de drukte, de bananen- en theeplantages, de grote hoeveelheid straatverkopers, gezelligheid en bedelaars tot laat op de avond. Inmiddels heb ik in Afrika meer bier op dan in Europa (totaal vier, niet meer dan één op een dag, geen zorgen pa & mams:)

‘Weet je, God is zo ongelooflijk wijs. Toen Israël in de woestijn reisde gaf God ze eten. Nu doet God dat niet meer zo, maar als er in Afrika mensen honger hebben, gebruikt hij de Verenigde Naties.' Mijn vriend Martin is een grappenmaker, maar dit meent hij serieus. Afrikaans christendom is ergens vreemd voor mij, er is weinig kennis, maar veel vertrouwen op God. Uitdagingen horen bij het leven, zijn pijnlijk maar waardevol, daar hoef je God niet over aan te vallen. Ik lees bij Philip Yancey een citaat, dat God het zichzelf ook makkelijker had kunnen maken. Maar in de wereld waarin ik lijd, leed Jezus Christus ook.

‘Hebben jullie werkelijk geen bruid prijs?!' Voor mijn onderzoek naar conflicten tussen twee stammen, ben ik onder andere benieuwd naar de mate van ‘intermarriage', de Nederlandse term kan ik even niet vinden. Wanneer we over de bruid prijs aan de praat raken, is verbazing alom dat Nederlandse bruiden geen geld kosten (althans, niet op dezelfde manier). Wat volgt op de verbazing is nogal verschillend. James zegt ‘Hoe kan dat nou, en wat nu als er ruzie komt in de familie, dan is er geen safeguard dat ze niet wegloopt!' (Mijn reactie: dat is de Europese safeguard tegen ruziemaken in de familie). Maar iemand anders reageert ‘Dus er is helemaal geen waardering voor de ouders van de bruid!' Toch lijkt zo'n Europese bruid hem wel wat, omdat hij hier te arm is om te trouwen. Helaas blijkt ook het ticket een paar koeien te kosten...

Achter de boeg: publicatie van een artikel in het Nederlands Dagblad van afgelopen zaterdag (http://www.nd.nl/artikelen/2012/juni/15/nieuwe-snelweg-zuid-sudan-bron-van-conflicten). Ook achter de boeg: Anderhalve maand onderzoek. Voor de boeg: ook anderhalve maand onderzoek. Een ondertitel voor het eindrapport heb ik al: ‘Een systematisch impressionistische studie'. Want hoeveel systeem ik probeer aan te brengen, wat weet ik nu echt na de vele gehoorde verhalen? Eigenlijk geniet ik vooral van al de verschillende ervaringen: de geboorte van een geitje, je eigen water pompen, planten zien uitdrogen, kranten lezen, afdingen, reizen met VN-politiemannen, en gastvrijheid genieten. Ik hoop dat mijn supervisor het wetenschap vindt. Mocht ze het toerisme vinden, dan begin ik volgend jaar mijn eigen reisbureau. Iemand al zin gekregen in ‘authentic rural Africa'? Twee weken vanaf 1500 euro p.p. inclusief vliegreis, fulltime Afrikaanse en Europese gids.*

* Vraag naar de kortingsvoorwaarden voor groepen. Een gedeelte van de opbrengst gaat naar lokale projecten.

Laughing

Anyway. Hartelijk gegroet, ik mis jullie ook!!

Maand één

Een maand na vertrek is het hoog tijd voor een update, een poging om de ingewikkelde alledaagse Zuid-Soedanese werkelijkheid naar Nederland gecommuniceerd te krijgen.

Inmiddels begin ik een beetje mijn plekje te vinden, al blijft die natuurlijk kaal zonder ‘thuis-thuis' familie en vrienden. Mensen op afstand waarderen gaat me van een leien dakje, maar toch mogen de mensen dichtbij er ook zijn. In Loa voel ik me erg op mijn gemak en heb ik vrienden gemaakt in leeftijd variërend van een jaar of zes tot in de vijftig. Vooral kinderen vinden het fantastisch om even howarjoe te zeggen. De gemiddelde baby veranderd echter in huilbaby bij het zien van zoveel blanke huid. Na een dag onderzoek doen in Nimule keer ik graag weer terug op mijn territorium voor een potje voetbal, voedsel en slaap.

Nimule is een bijzondere stad. Overal loslopende koeien en geiten eten de kool van de buurman op en zorgen zo voor conflicten. De buurman gaat daarom vissen in de Nijl of begint een handeltje dat zich richt op in lange rijen wachtend verkeer over de grens met Oeganda. Als hij tot de Madi stam behoort, stapt de buurman naar de traditionele autoriteit, de chief, om zijn gelijk te houden. Als zijn tegenpartij een Dinka is zal die wellicht niet op komen dagen bij de zitting en blijft het conflict bestaan. De politie wordt gedomineerd door Dinkas en zal niet zo gauw een hand uitsteken. Maar wat nu als nu niet een Dinka koe je kool opeet, maar een Dinka man een huis op je land bouwt en je met wapens weg dreigt te sturen? Dan ga je weg. Wat doet de kerk? De verschillende kerken bidden, zingen, houden diensten en bemoeien zich soms met politiek. Eén kerk wordt gedomineerd door Dinkas, de overige door Madis en andere stammen. De Dinka kerk houdt zich redelijk afzijdig van andere kerken. Ze lijkt mee te werken aan de bescherming van de kool, maar minder aan die van het land. Ietsje uitwerken en het is een masterthesis!

Loa en Nimule liggen allebei aan het langste stuk asfalt in Zuid-Soedan, vijf jaar terug lag er minder dan 10 kilometer in het hele land. Waar een weg is rijden auto's, maar ze stoppen ook en zijn zo een bron van inkomsten. Internally displaced persons (IDPs) die vlakbij de verharde weg wonen, gaan , tegen de zin van de plaatselijke bevolking, daar niet meer weg. Stammen zoals de Acholi, wiens grondgebied net niet aan de weg grenst, betwisten de bestaande grens om hun gemeenschap en willen ook profiteren. Waar een weg wordt aangelegd, komen wegwerkers, en dus prostituees, en dus neemt het aantal hiv-besmettingen lokaal toe. Deze indirecte verbanden liggen misschien niet voor de hand, maar het kan nog gekker, namelijk door een bijzondere dynamiek rondom verkeersongevallen.

Bij de payam office (gemeentehuis, een mooi en groot woord voor een vierkant gebouwtje met acht bureaus en negen stoelen, medewerkers zitten buiten in de zon, verwijzen graag door naar een ander, die dan de volgende dag en dan weer de volgende dag en weer de volgende dag aanwezig is) staat een touringcar met wat deukjes en grote gaten in de ramen. Hij heeft een ongeluk gehad en is later met stenen bekogeld door de lokale bevolking. Vandalisme, denk ik. Een Nederlandse Marcheaussee die verkeersagenten opleidt vertelt me het hele verhaal. Na een busongeluk dat doden veroorzaakt weet de buschauffeur dat hij zijn leven niet zeker is en vlucht de bush in. Een passagier rijdt de bus naar de payam office, waar de lokale bevolking hem aanziet voor buschauffeur en ter plekke stenigt. Waarom niet naar de politie? ‘Wat heeft de politie hiermee te maken, die gaan echt die buschauffeur niet straffen hoor. Sommigen weten niet eens dat je hiermee naar de politie zou kúnnen gaan.' Vanwege het gevaar op de weg wordt er heel wat gebeden voor behouden aankomsten. Maar als jij ruzie hebt gemaakt en de ander komt niet behouden aan, zou je boze krachten gebruikt kunnen hebben. Dat is moeilijk te bewijzen, maar je moet niet raar kijken als je hut dus in vlammen opgaat.

Ik geef toe, dit is het niet-representatieve sensatieverhaal, maar het geeft een indicatie van de anders-ervaring die het interessant maakt om hier te zijn. Veel observaties dit keer, en weinig persoonlijke noten. Maar het is ook niet zinvol om te herhalen dat het 's avonds nog steeds vanaf zeven uur donker is en dat ik handmatig blijf douchen? Arm is arm, ziek is ziek, warm is warm, enzovoort. Ondertussen probeer ik te luisteren of God mij richting wijst vanuit deze ervaringen. En ik geniet van het mooie weer en de natuur. Vorige week heb ik de Nijl bezocht, drie dagen met pastor Martin Drugu de bush in, geprobeerd krokodillen en hippo's te vereeuwigen, voordat ze dat met ons deden! Vader, moeder, vriend of anderszins: wees gegroet!

Owira!/Goedemorgen!

Vliegtuig - tuig om mee te vliegen; ook: vliegend tuig. Dames en heren, zojuist zijn wij opgestegen naar München, ik herhaal, nach Rome, to Cairo, to Juba. Vanachter mijn laptopje heet ik u van harte welkom in Zuid-Soedan! Ik vertel u wat over de situatie en mijn verblijf hier, u leest en houdt ondanks de afstand dat plekje in mijn hart. Deal?!

Owira! Zuid-Soedan ligt in de Hoorn van Afrika, omgeven door (Noord) Soedan, Ethiopie, Kenia, Oeganda, de Democratische Republiek Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek. Het Algemeen Dagblad dat ik in het vliegtuig krijg aangereikt, meldt dat Nederland uiterst veilig is wat betreft terrorisme en politiek geweld. Op het bijbehorende kaartje kleurt Nederland groen, Zuid-Soedan donkerrood, want dat is geen Nederland. Sinds de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in 1956 is er met uitzondering van de jaren '70, burgeroorlog geweest tussen noord en zuid en intern. Pas in 2005 is er vrede getekend en sinds juli vorig jaar is Zuid-Soedan onafhankelijk. Onafhankelijkheid is gebleken meer een happy moment dan happy end te zijn. Olie, land, vee en controle over delen van het staatsapparaat vormen de komende jaren blijvende bronnen van conflict tussen individuen en stammen.

Voor mijn master thesis doe ik onderzoek naar één van deze conflicten, namelijk die tussen Madis en Dinkas in Nimule, een stad op de grens met Oeganda. Nimule ligt op Madi grondgebied, maar gedurende de burgeroorlog zijn veel Dinkas uit noordoostelijker gebied hierheen gevlucht terwijl de Madis als vluchteling in Oeganda verbleven. Het gebied waar de Dinkas vandaan komen is minder rijk en er wordt nog steeds tussen stammen over vee gevochten (honderden doden in januari 2012). Om je ergens in Zuid-Soedan blijvend te vestigen moet je toestemming hebben van de gemeenschap en de chief. De Dinkas zijn in Zuid-Soedan een grote bevolkingsgroep die machtig is in het leger en de regering en heeft zulke toestemming bepaald niet gevraagd. Terwijl de Madis het land bewerken laten de half-nomadische Dinkas hun vee overal maar wat rondzwerven. Het stukje tekst dat ik nu schrijf is nog vertraagd doordat koeien de weg blokkeerden J. Onder zowel Madis als Dinkas is het christendom de meest voorkomende godsdienst. Het onderzoek dat ik doe gaat in op de rol van kerken in het conflict. Zijn de kerken etnisch homogeen of gemixt? Wordt er door kerken over het conflict gesproken, wordt het genegeerd of verergert, probeert men het op te lossen? Maar ook wil ik gewoon meer weten over het conflict, hoe vaak wordt er geweld gebruikt, wat doet de overheid en het leger, wat denken de chiefs?

Erg serieus allemaal, maar ook supergrappig om in Afrika te zijn! De mooiste ervaring is toch wel de eerste Afrikaanse douche, een teil rivierwater, een stuk zeep en vier stukken golfplaat die je aan het zicht onttrekken als je geen westerse afmetingen hebt. Dit is de eerste nacht in Juba, een stad zo groot als Utrecht voornamelijk opgetrokken uit golfplaten en hutten en zonder vuilophaaldienst. Enkel stroomgeneratoren op benzine (per vrachtauto vanuit Oeganda aangeleverd) zorgen hier voor elektriciteit. Maar hier is tenminste nog wc-papier. De volgende in Loa (waar ik voornamelijk verblijf) lijkt dit afwezig te zijn. Gelukkig hoef ik maar één toiletbeurt onder deze verkeerde vooronderstelling te verkeren - om er ook naar te handelen! Ik verblijf op het gebied van de Sudanese Gospel Mission, waarop een evangelisch-pentecostale kerk een gezondheidscentrum en een weeshuis zijn gevestigd. Het gasthuis is naar mijn maatstaven oké, en gedurende de eerste vijf weken hoeft het me niet aan gezelschap te ontbreken. De aanwezigheid van de in Houten wonende Head of Mission Christopher Drale staat garant voor veel aanloop en ingang bij de lokale gemeenschap. Hij is een gerespecteerd man met veel relaties in de politiek. Zonder ook maar iets te ondernemen heb ik de eerste week al dagelijks gesprekken die zinvol gaan zijn voor mijn onderzoek.

Ik hoef praktisch niet veel te doen. Christopher verwacht dat ik wat met de kinderen voetbal en hardloop ‘om ze voor te bereiden op de Olympics'. 's Avonds wordt er in alle duisternis (elektriciteit is afwezig) gegeten. Het is net een camping, en de temperaturen zijn er ook naar. Dus heb ik vooral veel langer gesprekken, over het conflict (‘zie je die heuvel daar, daar heeft de Lord's Resistance Army mijn schoonzus doodgeslagen') over leeuwen, krokodillen en olifanten die tien kilometer verderop wonen (‘Ja ik slaap buiten, nee ik ben niet bang' ‘Maar ik sterf op God's tijd') over Nederland (‘verzekering, uitkering, ov-jaarkaart?', ik schaam me bijna) en over mannen en vrouwen. De labaratorium-iets van het gezondheidscentrum, Kevin, helpt me namelijk bij de was. Dat wil zeggen dat ik het één keer probeer en zei het overneemt. ‘Is it a woman's job?' ‘In Africa generally yes', ‘and can a man take water at the borehole?' (waterput) ‘Yes, but often women do it.' ‘En vrouwen doen ook de afwas, bewerken het land en maken het eten?! Wat doet de man?' ‘Hij moet toezien dat het voedsel wordt gemaakt, dat de kinderen eten krijgen, basically he is monitoring'. ‘En jij hebt geen bezwaar?' Mooi langzaam Afrikaans Engels: ‘I do not object'. Ik leg uit hoe het in Nederland gemiddeld gaat, zou dat misschien wat zijn? ‘Dat zou ook goed zijn.' Wow! Ik ben verbaasd over de rust en de vrede die mensen met hun situatie kunnen hebben. De tevredenheid met hun plek in de samenleving zelfs als je vrouw bent en volgens de tradities knielt (!) als je een mannelijke bezoeker begroet.

Tijd bestaat ook in een overvloed dat je haar vergeet. Maar in Nederland valt veel te doen, dus blijf ik beknopt over vliegtuigmaaltijden, malariapillen met slapeloosheid-effect, en de vreugde van C1000-biscuit en Unox-soep als er één soort groenten, fruit, vlees en maïsmeel is en je ziek bent. En over verbranden, de aandacht voor kleding en de enorme waarde van een voetbal. En dat mijn laptopje een jaarsalaris waard is. Over onderhoudend Afrikaanse theologie-onderwijs en de overvloed aan Nederlandse boeken, poedelnaakte kinderen en dat ene beest die niet door het doucheputje paste. (geen douche maar wel een doucheputje, happy days). Over dertig kilometer reizen voor internet en 's avonds vanaf 7 uur in het pikkedonker leven. Over community, de pracht van de natuur en over Gods goedheid. Happiness and sorrow, als je biddend bent, bid en dank voor Zuid-Soedan. Laterrss!!!